1962. Ik was net 16, zat op de middelbare school,en ontmoette haar op een dansavond in de Betuwe, de ex-fruitschuur van Nederland. Mimie kwam uit Heteren, een plaatsje dat onder VI-liefhebbers bekend staat als de plek waar Johan Derksen en ik citeer: een ellendige jeugd heeft doorgebracht. Vanuit mijn geboortedorp Renkum gezien, lag Heteren net aan de andere kant van de Rijn. Hemelsbreed een paar kilometer, maar in mijn jeugd een wereld van verschil. Eeuwenlang is de Rijn een taalkundige en culturele barrière geweest tussen de Gelderse vallei en de Betuwe. Waar nu brede snelwegen de verbindingen verzorgen, onderhield toen een eenvoudig pontje de connectie.
Ik was met mijn twee jaar oudere broer op de brommer naar de dansavond gereden en op de maten van de onverwoestbare hit van Anneke Grönloh Brandend zand ( “in korte tijd razend populair en bekroond met goud”: Wikipedia) danste ik voor het eerst met Mimie. Ze was wel ouder maar het klikte meteen. De zondagen daarna liepen we hand in hand langs de meanderende Rijn, en keken, gelegen in het gras, naar de voortploeterende rijnaken
Een ideale biotoop om Mimie eens lekker te knuffelen. Helaas ontbrak me de moed. Als jongetje uit een katholiek milieu, met op de lagere school negens op het rapport voor Catechismus-les, speelde het zesde gebod Gij zult geen onkuisheid begeren ook nog eens in mijn onderbewustzijn mee als waakhond.
Het moet gezegd worden dat Mimie mij, na afloop van elke zondagse wandeling, uitbundig prees voor mijn sportieve houding. “Andere jongens zijn niet zo”. Later, toen ik Mimie uit het oog verloren was, begreep ik dat haar compliment eigenlijk een aansporing was om – net als de andere jongens – ook de koe eens ferm bij de horens te pakken.
Aan mijn ontluikende liefde kwam abrupt een einde. Collega’s {fabrieksarbeiders} van mijn vader uit de Betuwe hadden tegen hem gezegd, dat Mimie behoorlijk losbandig was en “het” graag deed met buschauffeurs, die toen nog van die prachtige uniformen aan hadden. Zelf zag ik daar – met het oog op de toekomst – geen onoverkomelijk bezwaar in, maar dat kon ik niet zeggen tegen hem. “In plaats van dat gedoe moest ik me concentreren op school”.
Ik bleef Mimie, ondanks mijn vader, toch nog stiekem ontmoeten, maar op een noodlottige zondag, liep ik niets vermoedend met Mimie regelrecht in de armen van mijn tante, die met haar man een zeven kinderen, toevallig op het pontje stond te wachten en was het definitief gedaan met mijn excursies langs de Rijn.
Mimie verloor ik uit het oog, niet uit het hart. Wekenlang leende ik zaterdags de brommer, een Puch, van mijn broer, gooide er een liter benzine in, en doorkruiste zenuwachtig Heteren, hopend op een enkele glimp.
Ik heb Mimie nooit meer gezien!.
Een paar jaar later is mijn broer haar wel letterlijk tegen het lijf gelopen en heeft, volgens eigen zeggen, in een garage op de motorkap van een oude auto de liefde bedreven. Een act waar Bruce Springsteen wereldberoemd mee is geworden, denk ik soms verzoenend.
But I remember us riding in my brothers car
Her body tan and wet down at the reservoir
At night on them banks I’d lie awake
And pull her close just to feel each breath she’d take. ( The river)
Als Mimie nog leeft moet ze eind zestig zijn. Misschien kwiek, misschien gebrekkig. Misschien, nee zeker, met prachtig, zwart geverfd, haar: het privilege van dames op leeftijd waar zij zeker gebruik van zou maken.
Recent Comments