Mar 182012

Kort na haar overlijden verscheen op de Amerikaanse website Stop The Presses!  van Dave DiMartino een artikel met de intrigerende titel Whitney Houston: How Good Was She?. Hij doet daarin een poging haar megastatus te doorgronden. Ik geef het hier integraal weer, en als ik tijd en zin heb (wat waarschijnlijk niet zal gebeuren) ga ik het tzt nog eens vertalen.

” Whitney Houston’s unexpected departure from this Earth, and the deafening stream of praise from nearly all quarters of the globe–from fans, fellow musicians, the star-studded attendees of Clive Davis’s Grammy Party, held Saturday night in the same hotel in which she died hours earlier–left no doubt. She was deeply loved, and will be deeply missed.

And her career résumé, cut and pasted to nearly every well-meaning obituary because of its vast and impressive bulk, was, without question, eye-opening. And, to be fair, unprecedented.
It was no wonder, then, that Sunday night’s Grammy Awards program seemed less a celebration of the ongoing and still burgeoning career of British singer Adele than a long and sentimental tribute to the suddenly dead, suddenly gone, troubled singer Houston–who years earlier seemed the music industry’s very brightest hope.
Still, the question remains: Despite the accolades, the massive record sales, the radio hits, the video hits, the movie hits–exactly how good was Whitney Houston?

Feb 122012

Bij toeval liep ik bij de Slegte tegen een boekje van Nobelprijswinnaar (1937) Roger Martin Du Gard aan met de nostalgische titel: het oude Frankrijk.  Het gegeven is even simpel als geniaal: een dag  uit het leven van een postbode in een Frans dorpje en de mensen die hij ontmoet, hun persoonlijke geschiedenissen en de gebeurtenissen die het leven die dag beïnvloeden. De postbode, monsieur Joigneau, weet meer over de dorpsbewoners dan zou moeten, want hij heeft de gewoonte om hun brieven open te stomen en ze te lezen. Het dorp blijkt een vat vol onderdrukt verlangen te zijn. Voor Martin T Hart is Du Gard niet zonder reden een lievelingsschrijver.

 In een opwelling kroop ik zaterdagsavonds laat halverwege het verhaal achter de computer om wat muziek te downloaden. Met name een song van Amy Winehouse, Monkey Man, oorspronkelijk van de Britse popgroep The Specials. Voor de kenners waarschijnlijk niet haar beste song maar voor mij een juweeltje. Op Youtube ook het nummer opgezocht en in diverse uitvoeringen bekeken, waarin je Winehouse  van een zelfverzekerde  performer ziet verworden tot een junkie.

Na deze dosis “arbeidsvitaminen” tot me genomen te hebben, kroop ik onder de wol.

Zondagmorgen. In alle media grote koppen over de tragische dood van de Amerikaanse popdiva Whitney Houston. 48 jaar. Waarschijnlijk overleden aan een combinatie van medicijnen en overmatig alcohol gebruik. Een van de groten uit de recente popgeschiedenis en een vrouw die als Amy Winehouse haar laatste dagen als junkie sleet. Je gaat ermee naar bed en je staat ermee op.

Om de een of andere reden greep haar levenseinde me aan, en heb ik de hele dag het internet afgestroopt. Waarom? Uren aan muziek heb ik sinds jaar en dag op mijn Ipod staan maar nimmer een nummer van Whitney Houston. Ze heeft me in tegenstelling tot haar tante Dionne Warwick nooit erg kunnen bekoren, behalve met het vrolijke nummer I Wanna Dance with Somebody …..

In mijn jonge jaren, lang geleden, was ik een groot liefhebber van rauwe, zwarte Rock and Roll, maar af en toe een ballad van Dionne Warwick kon er wel tussendoor: Anyone who had a heart bijvoorbeeld.
Vanwege mijn oude liefde voor Warwick bleef ik het getroubleerde leven van Houston oppervlakkig volgen. Haar verslavingen, afkicken, vechthuwelijk en wanhopige pogingen om weer terug te komen. Haar verval, uitgestrekt over jaren, duurde bijna even lang als haar glorietijd. Ook hiervan zou geen detail onbelicht blijven.  She didnot have the luxury of dancing with her daemons in private, as most of us do.

Houston had ooit een dijk van een stem. Orpah Winfrey  sprak haar in een beroemd interview aan als The Voice en had het over An American treasure, waar zij onverantwoord mee omsprong. Dit Geschenk van God moest zij koesteren voor de hele natie. Houston knikte instemmend en deed het tegenovergestelde.

Whitney Houston had  behalve een fenomenale stem ook  een bijzonder fraai uiterlijk, op zijn Amerikaans vervolmaakt  door weelderige pruiken, uplifts en moderne  (photoshop) technieken. Een stralende zwarte godin die de pech had tegen iemand  aan te lopen waarmee ze in de goot terecht kwam.

De laatste jaren van haar leven maakte Houston geen muziek meer. Wel verscheen ze een seizoen lang met haar toemalige man Bobby  Brown in een reality show – Being Bobby Brown - die voor velen het toppunt van wansmaak was. The show which offered the public much more than they ever wanted to see about their mythical pop goddess and her questionable taste in men and appropriate onscreen behavior. Zelf was ze er in interviews  niet  ontevreden over. De show bracht ons dichter bij elkaar zei ze eens. We bemerkten, dat we ook gewone mensen waren. Een man, een kind, een huis. Misschien wel haar grootste ideaal.
Whitney Houston is 48 geworden. Op de klanken van de muziek naar de hoogste top van de Olympus gezweefd, geluidloos naar de diepste afgrond afgedaald. A Voice of Triumph, the Queen of Pain (NYT).