Abortus provocatus! Bijna had ik met een grote zwaai een vogelnestje met piepkleine eitjes – in een spaarzame aanval van schoonmaakwoede – de bosjes in gekieperd. Het nestje zat kunstig verborgen onder een dakpan en een grote berg herfstbladeren, in een wastafeltje, buiten mijn caravan. In eerste instantie dacht ik aan een verdwaalde paaskrans, maar bij nader inzien leekt het mij echt. Je hebt verstand van de natuur of je hebt het niet!
Nog een keer heb de nestrust verstoord toen ik voorzichtig de dakpan optilde om te zien of er nog werd gebroed. Het vogeltje vloog als een speertje weg, mij geschrokken achterlatend.
Eenmaal vrienden geworden heb ik veel plezier aan het beestje beleefd. Toen de eitjes uitgekomen waren, vloog het af en aan om de jongen te voeren. Of “het” een hij was, of afwisselend ook een zij, weet ik niet, zover reikt mijn kennis niet.
Voordat het vogeltje, wat een roodborstje bleek te zijn, op zoek ging naar wormen streek het eerst neer op een hoge paal, van waar het een strategisch overzicht over de belendende percelen had. Urenlang heb ik, met mijn camera in de aanslag, het beestje op de gevoelige plaat proberen vast te leggen, zonder veel succes. Ik was of te laat of het beeld bewoog. Uiteindelijk is het me gelukt ! De foto laat zien dat mijn vriend me scherp in de gaten hield, maar mij uiteindelijk ook wel eens een pleziertje gunde.
Het leven van een mens is kort, van een vogel korter. Eigenlijk leeft een vogel uitsluitend om zich voort te planten. Daarna vertrekt hij ijlings naar de vogelhemel. Onwillekeurig moest ik, toen ik het beestje zo ijverig bezig zag, denken aan het lievelingsgedicht van de grote Amerikaanse president Abraham Lincoln (1809 -1865): Mortality (vergankelijkheid).
Oh! why should the spirit of mortal be proud?
….
So the multitude goes — like the flower or the weed
That withers away to let others succeed;
So the multitude comes — even those we behold,
To repeat every tale that has often been told.
For we are the same our fathers have been;
We see the same sights our fathers have seen;
We drink the same stream, we view the same sun,
And run the same course our fathers have run.
They died — ay, they died; — we things that are now,
That walk on the turf that lies over their brow,
And make in their dwellings a transient abode;
Meet the things that they met on their pilgrimage road.
Yea! hope and despondency, pleasure and pain,
Are mingled together in sunshine and rain;
And the smile and the tear, the song and the dirge,
Still follow each other, like surge upon surge.
‘Tis the wink of an eye — ’tis the draught of a breath–
From the blossom of health to the paleness of death,
From the gilded saloon to the bier and the shroud:–
Oh! why should the spirit of mortal be proud?
Lincoln – een bijzonder zwaarmoedig man – was van jongs af aan zo verknocht aan het gedicht dat zijn omgeving meende dat hij het zelf geschreven had. De naam van de dichter, de Schot William Knox, leerde hij pas op latere leeftijd kennen.
Na een kort verblijf in New York kwam ik terug op de camping en was mijn vriendje verdwenen. Misschien op zoek naar een nieuw liefdesavontuur, misschien opgevreten door de rondzwervende kater. Ook voor een roodborstje geldt: wees bereid want gij kent uur noch dag.
Recent Comments