Mar 282016

“For Whom the Bell Tolls” was my favorite novel, and its hero, Robert Jordan, my literary idol. Like him, Delmer Berg fought in Spain, for love.

25mccain-superJumboa

AN interesting obituary appeared in The New York Times recently, though the death of its subject last month was largely unnoticed beyond his family and friends.

That’s not surprising. Delmer Berg wasn’t a celebrity. He wasn’t someone with great wealth or influence. He had never held public office. He was a Californian. He worked as a farmhand and stonemason. He did some union organizing. He was vice president of his local N.A.A.C.P. chapter. He protested against the Vietnam War and nuclear weapons. He joined the United States Communist Party in 1943, and, according to The Times, he remained an “unreconstructed Communist” for the rest of his life. He was 100.

He was also the last known living veteran of the Abraham Lincoln Brigade.

Dec 022015

ShylockDe Koopman van Venetië is waarschijnlijk Shakespeare meest controversiële werk. De titel slaat op de Joodse bankier Shylock en de comedy wordt rond 1596-1597 gedateerd. Hoewel Shylock een van de beroemdste joden uit de Engelse literatuur is, kwamen in het Engeland van Shakespeare geen joden voor.
Zij waren in 1290 door Koning Edward1 verbannen en keerden pas in 1655 terug, bijna 40 jaar na Shakespeares dood.

 

Mar 312015

Een pelgrimage naar de schrijver Ernest Hemmingway

 

Vijftig jaar geleden las ik als middelbare scholier voor het eindexamen Engels de bekende novelle van de Amerikaanse schrijver Ernst Hemingway De oude man en de zee (oorspronkelijke titel The Old Man and the Sea).

Het boekje was onder middelbare scholieren populair omdat het dun is, spannend en makkelijk – in steenkool Engels – na te vertellen. Van de vele technische visserstermen begrepen wij en de examinator niets, dus geen vragen daarover.
Achteraf bezien heb ik er weinig van begrepen. Het is een boekje met een diepe gelaagdheid.  Het gaat over veel meer dan alleen maar over een mislukte visvangst. Het is ook een aangrijpend verhaal over eenzaamheid. Dat laatste ontging mij en mijn klasgenoten volledig. Nu, na herlezing van The Old Man and the Sea, ter voorbereiding van een bezoek aan het Hemingway museum in Havana (maart 2015) begrijp ik het meesterwerk pas in zijn volle omvang.

hemingway-writing

 

Aug 252014
Apr 182014

Santana – Samba Pa Ti

Nico Kemper, Paramaribo november 2012

Mij is gevraagd of ik mijn favoriete muziek song, zou willen toelichten met een waarom? Het werd al spoedig een reis door de muzikale geschiedenis van mijn leven.  Het ene na het andere lied, wat ik ooit had beluisterd op single, LP, of op een huidige CD, kwam in mijn gedachten voorbij en hoe meer ik er over nadacht hoe moeilijker werd de keuze voor mijn favoriete muziek nummer. Zo weg mijmerend in mijn muziek geschiedenis besefte ik,  dat de gedachten aan al die jaren van muziek, veel herinneringen en emoties bij me opriep. Je word je opeens bewust dat muziek  tijdloos en levendig is, in tegenstelling tot het leven.

images

Hoe dan ook, ik zal toch mijn favoriete liedje voor de dag moeten komen, al valt de keuze daarop niet mee.

In gedachten ga ik 44 jaar terug en zie ik me weer op de slaapkamer van mijn oudere broer zitten, om stiekem plaatjes te draaien op zijn pick-up. In eerste instantie waren het Buddy Holly, the Kinks, Roy Orbison, the Rolling Stones etc. die mij lieten weg dromen in de wereld van succes en adoratie.

Een paar jaar later, was ik veertien jaar oud en helemaal weg van de LP “Voor de overlevenden “van Boudewijn de Groot met o.a. Testament, Naast jou, Beneden alle pijl en Vrienden van toen. Stuk voor stuk geweldige en tijdloze teksten van Lennaert Nijgh, die ik vandaag de dag nog moeiteloos uit me hoofd kan meezingen. Nog steeds vind ik dit een van de beste Nederlandstalige  LP’s aller tijden.

Op mijn zestiende verjaardag, kocht ik vol trots mijn eerste Lp, voor 19 gulden een enorm bedrag voor mij in die tijd.  Het was naar later bleek, de volledig geflopte LP, “John Barleycorn must die” van de Traffick onder leiding van lead zanger Steve Winwood. Ik zelf heb de plaat grijs gedraaid en vond en vind de titel nummer nog steeds een mooi nummer, al was het alleen maar omdat het lied voortkomt uit een Ierse legende en iets van mystiek met zich meedraagt.

In de jaren erna was o.a. Dave Brubeck met “Take five“ voor mij een topper. Het  herinnert me aan de zomervakantie op Terschelling en m.n. aan bar “De stoep”  in het dorpje Midsland. Ook aan de The Eagles  “ One of this nights “ heb ik mooie herinneringen. Die draaiden we vaak toen we net op ons zelf woonde en m.n. in het weekend, als we gezellig s’avonds laat met vrienden aan de borrel zaten en tot diep in de nacht aan het kaarten waren.

Of  Fleetwood Mack met de LP “Rumours “ die we op vakantie, eind jaren zeventig in Frankrijk vaak draaiden.

“Rolover lay down”van “Status Quo” die half jaren ’70 tijdens de kermis in Edam, een enorme kraker was, is er ook een om in mijn herinnering in te lijsten.

Voor mij zijn dit stuk voor stuk  muzikale hoogte punten uit mijn verre verleden en waar ik fijne herinneringen aan beleef.

Ik was en ben een veelzijdige muziek liefhebber, waarbij mijn  belangstelling voor de muziek van “Van Morrison” en vooral voor de Chicago blues mijn voorkeur heeft.

Vanaf 2005 heb ik de muziek van de Amerikaanse blues zanger Keb’Mo leren kennen en deze voor mij fantastische muzikant is voor mij een ware ontspanning om naar te luisteren. Maar uiteindelijk heb ik de mooiste herinnering, aan een nummer van “Santana” uit begin jaren ’70, n.l. “Samba Pa Ti “ Ik zie mezelf weer in gedachten, 18 jaar oud en weer terug in mijn ouderlijk huis. Ik lig  heerlijk ontspannen op bank, met mijn hoofd op de schoot van mijn vriendin. Ze draait nog meer krullen in mijn haar, dan ik al heb en op de achtergrond speelt Santana  “Samba Pa Ti” We  creëren onze ideeën, maken mooie toekomst plannen en idealiseren het leven wat voor ons ligt.  Nu anno 2012, is het krullend draaiende vriendinnetje van toen, al 37 jaar mijn vrouw en nog steeds mijn grootse vriendin. Het ultieme geluk gevoel, heeft plaats gemaakt voor houden van en dat is voor mij een  rijkdom  van onschatbare waarde.

Vandaar dat “Samba Pa Ti” wat heel toepasselijk Samba voor jou betekent, mijn favoriete muziek nummer.
Santana_2010

zie op youtube: Samab Pa TI

 

Groet Nico

 

 

Feb 082013

Een verkoelende bries trekt over het balkonterras van Hotel Residence Inn, Paramaribo. Tevreden reiken Gerard, Nico en ik (Ton Kolsteren) naar de zojuist met acht jaar oude rum ingeschonken glazen. De conversatie kabbelt voort op het rustige tempo dat in de tropen gangbaar is. Hoe we er op komen weet ik niet meer, maar we krijgen het over oude popliedjes. Het eerste singletje en nummers met romantische connotaties. Schielijk vullen we de glazen bij en alle ogen krijgen een glans. Gerard heeft een eigen blog en stelt voor om een bijdrage te schrijven over een popsong die eens erg belangrijk was. Een Proustiaanse queeste naar een verloren jeugd vangt aan. Ik zet in met mijn allereerste aanschaf: Neil Sedaka’s “Oh Carol”.

         

Oh Carol, I’m but a fool

         Darling I love you

         Though you treat  me cruel

         You’ve hurt me and you make me cry

         But if you leave

         I will surely die!!!!!

Mijn tweede single was Fats Domino’s “When the saints go marching in”. Daarna Bob Luman met “Let’s think about livin’ . De vierde aanschaf was een curieuze: Uncle Satchmo’s Lullaby van Louis Armstrong met het schattige Duitse zangeresje Gitte.  Uit de Duitse film “La Paloma” van 1959 stamt dit ontroerende duet. 

         Ich sage gut Nacht

         I say goodnight

         Ich traüme von dir & I dream of you

Dank Youtube dat je de beelden voor ons bewaard hebt!!!

De dagen dat ik mijn platencollectie begon op te bouwen waren nog verwarrende tijden. Verscheidene invloeden verdrongen zich om mijn identiteit te gaan vormgeven. Er was de overgang van de jaren ’50 muziek. Snackbar Marja (puntzakje friet: 15 cent, een vierkant zakje kostte 25 cent, sauskeus mayo of piccalilly)  in de Jan Evertsenstraat had een jukebox tussen het warme en het koude buffet. Grote jongens met Zündapps compleet met vossestaart  joegen gillende meiden de portieken in, drukten ondertussen met jaloersmakende nonchalance E5 in en dan kwam-i weer: Loyd Price’s ”Rock Personality”.

Ik had een oudere buurjongen, Peter Schotvanger, waar ik grote bewondering voor had. Ik mocht een keer bij hem thuis komen. Peter dronk wodka uit een conische fles van het merk Relsky en draaide muziek van John Coltrane. Hij liet me op pijnlijke wijze voelen dat ik te laat was geboren, dat de jazz onbereikbaar was. Een trots lid van de beatnikgeneratie.  Hij had wellicht gelijk, ook al reisde ik later virtueel Dean Moriarty en Sal achterna over de route 66.

Neen, mijn muziek werd die van de Stones. Niet de Beatles, want die muziek werd zelfs door mijn moeder wel gewaardeerd en dat was de dolksteek voor onze fabfour. Een bondgenoot vond ik in Henk de Vries, mijn beste vriend die helaas te vroeg is overleden. Henk maakte elke woensdag een omweg naar school via de Utrechtse straat. Daar bevond zich toen al Concerto, de platenzaak van Amsterdam. Als service hadden zij vanaf  woensdag de top 20 van Engeland en cashbox top 20 van de VS in de vitrine hangen. Henk hield ons zodoende up-to-date. Het was nog niet zo eenvoudig om de nummers ook echt te horen. Popprogramma’s op de radio waren een zeldzaamheid: je had “Tijd voor teenagers” op de zaterdagmiddag, maar dan moest je nog verdomde snel naar huis fietsen van school om niet een groot deel te missen. En radio Luxemburg natuurlijk, maar dat kostte dan wel weer wat nachtelijke uurtjes.

Popmuziek: een eindeloze reeks herinneringen komt op. Het is een beetje als mijn boekenkast; je kunt er een hele ontwikkelingsgang in terug vinden.

 Here it comes again, that feeling… here it comes again!

Vrienden, kom vul mijn glas nog eens bij!!!

Nov 132012
   De moderne technologie staat voor niets, en roept spontaan je verleden op. Op mijn Ipad moest ik vandaag, de dertiende, drie beveiligingsvragen beantwoorden.Vraag 1: wat is de naam van je eerste jeugdvriendin? Ik hoefde daar niet lang over na te denken: Mimie van der Heerdt!
Een ravissante schoonheid, met prachtig, lang, zwart haar en een parelende lach. En heel mooie benen.

1962. Ik was net 16, zat op de middelbare school,en ontmoette haar op een dansavond in de Betuwe, de ex-fruitschuur van Nederland. Mimie kwam uit Heteren, een plaatsje dat onder VI-liefhebbers bekend staat als de plek waar Johan Derksen en ik citeer: een ellendige jeugd heeft doorgebracht. Vanuit mijn geboortedorp Renkum gezien, lag Heteren net aan de andere kant van de Rijn. Hemelsbreed een paar kilometer, maar in mijn jeugd een wereld van verschil. Eeuwenlang is de Rijn een taalkundige en culturele barrière geweest tussen de Gelderse vallei en de Betuwe. Waar nu brede snelwegen de verbindingen verzorgen, onderhield toen een eenvoudig pontje de connectie.

Ik was met mijn twee jaar oudere broer op de brommer naar de dansavond gereden en op de maten van de onverwoestbare hit van Anneke Grönloh Brandend zand ( “in korte tijd razend populair en bekroond met goud”: Wikipedia) danste ik voor het eerst met Mimie. Ze was wel ouder maar het klikte meteen. De zondagen daarna liepen we hand in hand langs de meanderende Rijn, en keken, gelegen in het gras, naar de voortploeterende rijnaken

Een ideale biotoop om Mimie eens lekker te knuffelen. Helaas ontbrak me de moed. Als jongetje uit een katholiek milieu, met op de lagere school negens op het rapport voor Catechismus-les, speelde het zesde gebod Gij zult geen onkuisheid begeren ook nog eens in mijn onderbewustzijn mee als waakhond.
Het moet gezegd worden dat Mimie mij, na afloop van elke zondagse wandeling, uitbundig prees voor mijn sportieve houding. “Andere jongens zijn niet zo”. Later, toen ik Mimie uit het oog verloren was, begreep ik dat haar compliment eigenlijk een aansporing was om – net als de andere jongens – ook de koe eens ferm bij de horens te pakken.

Aan mijn ontluikende liefde kwam abrupt een einde. Collega’s {fabrieksarbeiders} van mijn vader uit de Betuwe hadden tegen hem gezegd, dat Mimie behoorlijk losbandig was en “het” graag deed met buschauffeurs, die toen nog van die prachtige uniformen aan hadden. Zelf zag ik daar – met het oog op de toekomst – geen onoverkomelijk bezwaar in, maar dat kon ik niet zeggen tegen hem. “In plaats van dat gedoe moest ik me concentreren op school”.

Ik bleef Mimie, ondanks mijn vader, toch nog stiekem ontmoeten, maar op een noodlottige zondag, liep ik niets vermoedend met Mimie regelrecht in de armen van mijn tante, die met haar man een zeven kinderen, toevallig op het pontje stond te wachten en was het definitief gedaan met mijn excursies langs de Rijn.

Mimie verloor ik uit het oog, niet uit het hart. Wekenlang leende ik zaterdags de brommer, een Puch, van mijn broer, gooide er een liter benzine in, en doorkruiste zenuwachtig Heteren, hopend op een enkele glimp.

Ik heb Mimie nooit meer gezien!.

Een paar jaar later is mijn broer haar wel letterlijk tegen het lijf gelopen en heeft, volgens eigen zeggen, in een garage op de motorkap van een oude auto de liefde bedreven. Een act waar Bruce Springsteen wereldberoemd mee is geworden, denk ik soms verzoenend.
But I remember us riding in my brothers car
Her body tan and wet down at the reservoir
At night on them banks I’d lie awake
And pull her close just to feel each breath she’d take. ( The river)

Als Mimie nog leeft moet ze eind zestig zijn. Misschien kwiek, misschien gebrekkig. Misschien, nee zeker, met prachtig, zwart geverfd, haar: het privilege van dames op leeftijd waar zij zeker gebruik van zou maken.

Jul 012012

Dit jaar ben ik 65. Een leeftijd waarop een mens meer verleden heeft dan toekomst. Dit gezegd hebbende, het goede nieuws. De wissel is hoe dan ook omgezet maar daarmee rijdt de trein des levens niet op een doodspoor. De tijd van Couperus ligt achter ons. Dingen en mensen kunnen sneller veranderen dan het weer in het hooggebergte. Mijn neefje van 20 heeft in Amsterdam nog meegemaakt hoe Ome Ko in Ome Mo veranderde. Een lettertje. Zoek de verschillen.

Neem Griekenland en de Grieken, de noeste grondleggers van onze Westerse beschaving. Nog niet zo lang geleden door een rechtse Franse minister van Binnenlandse Zaken geprezen als het beste wat de mensheid ooit overkomen is. Vanzelfsprekend fel betwist door de linkse oppositie, maar dat zoeken de Fransen zelf maar uit.

Over Griekenland ben ik bijna mijn hele leven meer dan positief geweest. Vissoep, eilandjes, een prachtige zee en van die witte pittoreske huisjes en kerkjes tegen een fel blauwe hemel. Hier en daar in het weidse panaroma een plukje kaartende oude mannetjes. Zo moet  het Paradijs er ongeveer uitgezien hebben. In een weekend is het beeld als de spiegel van Richard11 in gruzelementen gevallen. De oude, pijprokende drinkebroertjes zijn ontmaskerd als hardcore luiwammesen, die vanaf hun vijftigste, de pensioengerechtigde leeftijd daar, aan het kaarten zijn, terwijl wij - ook voor hen -  de broekriem moeten aantrekken en binnenkort tot onze zeventigste op kantoor zitten.

Een grote schande en dan hebben we het nog niet eens over de ongeboren jeugd van de zeer nabije toekomst. Die kan volgens wetenschappers wel 1000 jaar worden en… zal dus al die tijd met de Grieken moeten leven. Je zou weigeren de baarmoeder uit te kruipen.

Achteraf bezien hadden de oude Romeinen het nog niet zo slecht. De kunst is lang, het leven kort dichtte Horatius. Hoe kort eigenlijk? Daar geeft hij ergens zelf antwoord op:

Venus, bind je de strijd weer aan
die reeds lang was gestaakt? Spaar me, o spaar me toch
Ik ben niet wie ik was als knecht
van de dierbare Cinara. Nu ik al vijftig word
wrede moeder van zoete lust,
moet je mij niet doen buigen onder je zachte bewind;
stram van jaren ben ik, ga heen
waar een jongere man smekend roept om je komst.

Op je vijftigste reeds een oude man, hoe anders tegenwoordig. Wie na zijn zestigste niet aan een tweede of derde leg begint, heeft de boot gemist. Op een mooie zomerdag zie je in het Vondelpark meer mannen van middelbare leeftijd achter de kinderwagen lopen dan jonge vrouwen. Forever Young.  En de toekomstige 1000-jarigen! Hoe zal hun leven en reproductie eruit zien?
Om mee daar mee bezig te houden, voel ik me te oud voor. Wel denk ik dat in China tegen die tijd het 1-kind programma is ingeruild voor de nul-groei.

Mar 182012

Kort na haar overlijden verscheen op de Amerikaanse website Stop The Presses!  van Dave DiMartino een artikel met de intrigerende titel Whitney Houston: How Good Was She?. Hij doet daarin een poging haar megastatus te doorgronden. Ik geef het hier integraal weer, en als ik tijd en zin heb (wat waarschijnlijk niet zal gebeuren) ga ik het tzt nog eens vertalen.

” Whitney Houston’s unexpected departure from this Earth, and the deafening stream of praise from nearly all quarters of the globe–from fans, fellow musicians, the star-studded attendees of Clive Davis’s Grammy Party, held Saturday night in the same hotel in which she died hours earlier–left no doubt. She was deeply loved, and will be deeply missed.

And her career résumé, cut and pasted to nearly every well-meaning obituary because of its vast and impressive bulk, was, without question, eye-opening. And, to be fair, unprecedented.
It was no wonder, then, that Sunday night’s Grammy Awards program seemed less a celebration of the ongoing and still burgeoning career of British singer Adele than a long and sentimental tribute to the suddenly dead, suddenly gone, troubled singer Houston–who years earlier seemed the music industry’s very brightest hope.
Still, the question remains: Despite the accolades, the massive record sales, the radio hits, the video hits, the movie hits–exactly how good was Whitney Houston?

Feb 122012

Bij toeval liep ik bij de Slegte tegen een boekje van Nobelprijswinnaar (1937) Roger Martin Du Gard aan met de nostalgische titel: het oude Frankrijk.  Het gegeven is even simpel als geniaal: een dag  uit het leven van een postbode in een Frans dorpje en de mensen die hij ontmoet, hun persoonlijke geschiedenissen en de gebeurtenissen die het leven die dag beïnvloeden. De postbode, monsieur Joigneau, weet meer over de dorpsbewoners dan zou moeten, want hij heeft de gewoonte om hun brieven open te stomen en ze te lezen. Het dorp blijkt een vat vol onderdrukt verlangen te zijn. Voor Martin T Hart is Du Gard niet zonder reden een lievelingsschrijver.

 In een opwelling kroop ik zaterdagsavonds laat halverwege het verhaal achter de computer om wat muziek te downloaden. Met name een song van Amy Winehouse, Monkey Man, oorspronkelijk van de Britse popgroep The Specials. Voor de kenners waarschijnlijk niet haar beste song maar voor mij een juweeltje. Op Youtube ook het nummer opgezocht en in diverse uitvoeringen bekeken, waarin je Winehouse  van een zelfverzekerde  performer ziet verworden tot een junkie.

Na deze dosis “arbeidsvitaminen” tot me genomen te hebben, kroop ik onder de wol.

Zondagmorgen. In alle media grote koppen over de tragische dood van de Amerikaanse popdiva Whitney Houston. 48 jaar. Waarschijnlijk overleden aan een combinatie van medicijnen en overmatig alcohol gebruik. Een van de groten uit de recente popgeschiedenis en een vrouw die als Amy Winehouse haar laatste dagen als junkie sleet. Je gaat ermee naar bed en je staat ermee op.

Om de een of andere reden greep haar levenseinde me aan, en heb ik de hele dag het internet afgestroopt. Waarom? Uren aan muziek heb ik sinds jaar en dag op mijn Ipod staan maar nimmer een nummer van Whitney Houston. Ze heeft me in tegenstelling tot haar tante Dionne Warwick nooit erg kunnen bekoren, behalve met het vrolijke nummer I Wanna Dance with Somebody …..

In mijn jonge jaren, lang geleden, was ik een groot liefhebber van rauwe, zwarte Rock and Roll, maar af en toe een ballad van Dionne Warwick kon er wel tussendoor: Anyone who had a heart bijvoorbeeld.
Vanwege mijn oude liefde voor Warwick bleef ik het getroubleerde leven van Houston oppervlakkig volgen. Haar verslavingen, afkicken, vechthuwelijk en wanhopige pogingen om weer terug te komen. Haar verval, uitgestrekt over jaren, duurde bijna even lang als haar glorietijd. Ook hiervan zou geen detail onbelicht blijven.  She didnot have the luxury of dancing with her daemons in private, as most of us do.

Houston had ooit een dijk van een stem. Orpah Winfrey  sprak haar in een beroemd interview aan als The Voice en had het over An American treasure, waar zij onverantwoord mee omsprong. Dit Geschenk van God moest zij koesteren voor de hele natie. Houston knikte instemmend en deed het tegenovergestelde.

Whitney Houston had  behalve een fenomenale stem ook  een bijzonder fraai uiterlijk, op zijn Amerikaans vervolmaakt  door weelderige pruiken, uplifts en moderne  (photoshop) technieken. Een stralende zwarte godin die de pech had tegen iemand  aan te lopen waarmee ze in de goot terecht kwam.

De laatste jaren van haar leven maakte Houston geen muziek meer. Wel verscheen ze een seizoen lang met haar toemalige man Bobby  Brown in een reality show – Being Bobby Brown - die voor velen het toppunt van wansmaak was. The show which offered the public much more than they ever wanted to see about their mythical pop goddess and her questionable taste in men and appropriate onscreen behavior. Zelf was ze er in interviews  niet  ontevreden over. De show bracht ons dichter bij elkaar zei ze eens. We bemerkten, dat we ook gewone mensen waren. Een man, een kind, een huis. Misschien wel haar grootste ideaal.
Whitney Houston is 48 geworden. Op de klanken van de muziek naar de hoogste top van de Olympus gezweefd, geluidloos naar de diepste afgrond afgedaald. A Voice of Triumph, the Queen of Pain (NYT).